
Biografie
Franz Meisl is geboren op 19 februari 1936 te Amstelveen, als zoon van migrantenouders. Zijn Oostenrijkse vader Franz Anton Meisl en Pools-Duitse moeder Sophia Pralat zijn allebei in de jaren ’30 naar Nederland geëmigreerd vanwege de toen heersende economische crisis. Zij trouwen en krijgen 3 drie kinderen, Franz, Rob en Sophia.
Franz beschrijft zijn kinderjaren tijdens WOII als een spannend jongensboek. De familie woont vlakbij Schiphol. Samen met zijn vriendjes bekijkt hij luchtgevechten tussen geallieerde en Duitse vliegtuigen. Zijn Oostenrijkse vader, Franz Anton, wordt opgeroepen voor militaire dienst. Zijn taak in de Wehrmacht is het ophalen van gesneuvelde militairen en burgers. Hij vindt het vreselijk en besluit om te deserteren. Vijf jaar lang houdt hij zich schuil, zowel in een geheime ruimte in eigen huis als op een boerderij in Apeldoorn.
Na de lagere school gaat Franz naar de MULO en daarna naar de elektrotechnische school zodat hij later kan werken in het elektrciensbedrijf van zijn vader.
In die tijd raakt Franz geïnspireerd door de moderne kunsten. Picasso, Chagall, de Vijftigers, de Cobrabeweging, ze laten hem zien dat het ook anders kan en mag. Voor tien gulden kan hij werken van onder andere Karel Appel kopen. Helaas is Franz nog student en beheert vader Franz Anton het geld waarvan hij geen cent mag lenen voor deze ‘onzin kunst’. Na de ETS gaat Franz bij zijn vader aan de slag maar hij weet al snel dat zijn toekomst ergens anders ligt. Restjes koperdraad neemt hij mee naar huis waar het kunstwerkjes worden.
In 1956 gaat Franz naar het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs Amsterdam, het wordt een fusieschool die in 1968 verder gaat onder de naam Gerrit Rietveld Academie. Hij krijgt er les van onder andere Henk Zweerus en Jan Elburg. Een totaal nieuwe wereld gaat voor hem open.
Rond die tijd krijgt hij een relatie met Kitty Gerritse. Ze trouwen in 1960 en samen krijgen ze drie kinderen, Josef, Josefien en Joscio. Ondertussen breekt de hippie-, flowerpowertijd in alle hevigheid door. Vol overgave stort Franz zich in die wereld. Het huis wordt behangen met goudpapier en hij hult zich in de meest wonderlijke kleding. Het maakt hem een opvallende verschijning in het doorgaans brave en burgerlijke Amstelveen. Het jonge gezin raakt in 1968 betrokken bij een tragisch auto-ongeluk in Duitsland. Dochter Josefien, amper vier, komt hierbij om het leven. Moeder en de twee zonen hebben slechts lichte verwondingen. Franz verblijft bijna een jaar in een ziekenhuis in Duitsland en moet daarna nog maanden revalideren. Zijn linkerbeen is dermate verbrijzeld en heelt niet goed waardoor hij jarenlang moet rondlopen met krukken en met één opvallend hoge orthopedische schoen. Hij verwerkt deze handicap in zijn beelden; ongelijke benen.
Na het ongeluk richt hij zich volledig op de kunst en ontwikkelt zijn eigen herkenbare stijl, Opvallende neuzen, felle kleuren en ongelijke ledematen zijn duidelijke kenmerken. Hij begint met figuren van hout en kleurrijke poppen van ijzerdraad en papier-maché.
In de jaren ‘70 gaat Franz op jacht naar oude aluminium potten en pannen die hij omsmelt. Het worden veelal rompen zonder hoofd en prachtig gevormde ribbenkasten. Hij maakt werken van papier-maché die hij soms beschildert of als mallen gebruikt voor zijn aluminium en bronzen beelden. Het zelfgemaakte hoofd van zijn muziekheld en later vriend Frank Zappa laat hij in brons gieten.
De jaren ’80 kenmerkt zich door kleurrijke schilderijen van hoofden in de meest vreemde vormen. Hij gebruikt daarbij oliekrijt. Hij blijft tekenen, maar in de jaren ’90 legt hij zich toe op zijn ‘vreemde vogels en Japanse vrouwen’. Kleurrijke figuren op wielen gemaakt van ijzerdraad, papier-maché, elektriciteitsdraadjes en verf. Hier komen zijn kunstzinnigheid, precisie en vakmanschap tot volle wasdom. Het vervaardigen neemt weken tot maanden in beslag. De ingewikkelde stalen constructies met wieltjes en het oneindig gladschuren van het keiharde papier-maché zijn zeer tijdrovend. Franz is gek op autoracen en heeft een voorraad wieltjes om racewagens van te maken. Tot hij een Vlaamse gaai ziet vliegen. De wagens worden vogels. Een documentaire over Kabuki - een Japanse vorm van theater en dans waarbij de spelers opvallend geschminkt zijn – inspireren hem voor zijn vrouwenbeelden.

Tussen 2000 en 2010 legt hij zich toe op oliekrijttekeningen. Hij gebruikte in deze periode regelmatig blauw als achtergrond en roze wordt toegevoegd als nieuwe kleur. Zijn werken beelden onder andere ontmoetingen uit tussen twee figuren en ook de liefde wordt kleurrijk op papier gezet. Daarnaast tekent hij ook zwart-wit figuren al dan niet met een kleuraccent. Sommige werken krijgen grote gitzwarte vlakken. Hier en daar zie je ‘het slapende kind’ dat refereert aan zijn overleden dochter Josefien. Het laatste jaar introduceert hij piramiden, fata morgana’s en luchtkastelen. Sommige figuren stijgen op uit het landschap en worden deels wit ingekleurd.
Franz Meisl is kunst blijven maken tot enkele weken voor zijn overlijden.